Verfspetters op m’n spijkerbroek, een kamer die ruikt naar verfrissende tonen en ik die vol enthousiasme m’n kwast in de emmer duik: schilderen blijft voor mij een knettergek feestje. Toen ik laatst besloot om onze woonkamer een nieuwe look te geven, wist ik al dat ik het duurzaam wilde aanpakken. Niet alleen een hip kleurtje, maar échte kwaliteit en milieubewuste producten. Terwijl ik de muren strak wilde hebben, wilde ik ook geen chemische achtbaan ervaren.
Waarom duurzaamheid belangrijk is
Ik merkte dat ik vaak kies voor de goedkoopste verf, maar dat ik dan na een jaar alweer aan het uitkijken ben naar een nieuwe laag. Dat voelt als junkfood voor je interieur. Daarom besloot ik dit keer anders te doen en te investeren in hoge kwaliteit verf met minder vluchtige stoffen en een langere levensduur. Het was best even zoeken, want er zijn zoveel merken en beloftes. Uiteindelijk viel mijn oog op een merk dat echt transparant was over de ingrediënten en de CO₂-voetafdruk. Het gaf me een geruststellend gevoel dat mijn verfklus niet alleen mooi, maar ook verantwoord was.
Mijn voorbereiding
Voordat ik m’n roller pakte, ben ik eerst de muren nauwkeurig nagekeken. Kleine haarscheurtjes, oude nagelgaatjes en vlekken van kinderhandjes: alles werd gladgestreken. Voor een vochtige muur zou ik zelfs een speciaal product kiezen, maar bij ons thuis was alles verrassend goed in orde. Beginnersfouten als een rand te dun of te dik verven zijn nu verleden tijd, want ik heb geleerd dat de laag consistent moet zijn. Uiteindelijk koos ik ervoor om primer grondverf kopen als basis, omdat die extra hechting geeft en je topcoat veel gelijkmatiger dekt.
Kleurkeuze en combinaties
Toen de kwast eindelijk over de muur gleed, gebeurde er iets magisch. De ene dag leek een warme zandkleur perfect, de volgende dag had ik juist zin in een stoer donkerblauw accent. Ik ben vervolgens gaan spelen met proefpotjes en stukjes karton om het licht te zien veranderen. Bij ochtendlicht zag een kleur er heel anders uit dan onder de lamp in de avond. Daardoor heb ik uiteindelijk gekozen voor een lichte, neutrale basis en één accentmuur in een rijke, gedempte sfeer. Dat combineert heerlijk met hout, planten en mijn verzameling fotolijstjes.
Wat ik ook ontdekte, was dat een matte finish op zich al veel karakter geeft, maar af en toe een glansaccent op plinten of deurstijlen je interieur echt diepte en verfijning geeft. Daardoor valt je oog net op de subtiele details.
Tips voor onderhoud
Na een paar weken zag ik hoe de muren er nog precies zo strak uitzagen als op dag één. Dat komt niet alleen door de verf, maar ook door de manier van reinigen en onderhoud. In plaats van agressieve schoonmaakmiddelen gebruik ik tegenwoordig een zachte doek met water en een drupje groene zeep. Vlekken van potgrond of kids tekeningen verdwijnen als sneeuw voor de zon, zonder dat de verf gaat bladderen. Bovendien zorgen ventilatieroosters dat er geen schimmel ontstaat, iets waar ik eerder wel eens last van had in de badkamer.
Geloof me, toen m’n vrienden kwamen kijken, dachten ze dat ik het laten schilderen had uitbesteed. Het resultaat voelde professioneel, maar het was vooral met liefde, geduld en een paar slimme keuzes gemaakt. Zo’n project geeft je bovendien een enorme boost; elke keer als je binnenkomt, zie je niet alleen frisse kleuren maar ook je eigen handwerk, je eigen smaak en de kleine imperfecties die het huis karakter geven.
Ik ben nu aan het nadenken over de keuken, waarbij ik dezelfde duurzame lijn wil doortrekken. Het avontuur met verf heeft mijn liefde voor interieur weer nieuw leven ingeblazen. En ondanks dat ik soms denk: “Laat iemand anders dat geknoei maar doen,” zit ik over een tijdje weer met verfpenseel en rollers op de vloer – klaar voor een nieuw verfavontuur.
